Chinese – of knoflookbieslook (Allium tuberosum) is een vaste plant uit de lookfamilie (waar ook ui en prei bij horen) en groeit in gematigde streken in Noord-Europa en Azië.
Deze winterharde vaste plant sterft bovengronds in de winter af maar vanaf maart loopt de plant weer uit. Zodra die weer groot genoeg is kun je blaadjes oogsten, tot diep in de herfst. Er groeien telkens nieuwe blaadjes aan en zo kun je van 1 plant de hele lente, zomer en herfst oogsten.
Chinese bieslook heeft grotere, grovere en plattere blaadjes dan gewone bieslook, een andere bloei en de smaak is vooral knoflookachtig.
Zaai in maart op een zonnige of halfschaduwrijke plek in de volle grond of in een pot. De plant bloeit aan het eind van de zomer met witte bloemen en kan 40 cm hoog worden.
Chinese bieslook is te gebruiken als groente of als smaakmaker in gerechten. Meestal in langere stukjes van bijvoorbeeld 5cm in soep, roerbakgerechten, omelet of pannenkoek of fijner gehakt als vulling.
Chinese bieslook wordt met name gebruikt in de Aziatische keuken (dan heet het ‘jiu cai’) waar ook de bloemen in gerechten worden gegeten. Deze worden dan door een bakbeslag gehaald, gefrituurd en geserveerd met een saus. Het wordt ook geroerbakt, gestoomd of gebruikt als kruiderij; het bevordert de eetlust en spijsvertering en heeft een vochtafdrijvende werking.