Kloosterwiel
1 december 2016Empelse Waard (2)
4 december 2016De pijlen in het parkbos Neerijnen ‘verraden’ het al. Op de eerste zaterdag van de maand december begint bij CWSV Prinses Marijke de winterserie. De 25 km wandeltocht vandaag gaat vanuit Geldermalsen richting Neerijnen, met een pauzeplek bij het Stroomhuis, waar ook om de twee weken zaterdags de natuurgidsenopleiding is. Vandaag hebben we een korte excursie, we gaan in groepjes slechts een uurtje naar buiten. Het groepje waar ik me (ietwat verlaat) bij aansluit gaat door op het thema van afgelopen dinsdag: bomen leren herkennen aan hun knoppen. We beginnen bij een kastanjetak met kleverige dikke knoppen; vooral de eindknop. De bladeren van vorige jaren hebben hoefijzervormige littekens (vandaar de naam paardenkastanje) achter gelaten en er zitten ‘spijkergaten’ in. Je kunt ook goed zien hoeveel de tak het afgelopen jaar is gegroeid; op bepaalde afstanden zijn er een soort ringetjes om de tak: de littekens van knopschubben die de eindknop in vorige jaren heeft achtergelaten. De afstand tussen twee van die ringetjes is de afstand die de tak in een bepaald jaar is gegroeid. We gaan ook de knoppen van andere bomen bekijken en verder onderzoeken of ze ook ‘jaarringen’ op de takken hebben. We filosoferen ook nog wat door over nomenclatuur (naamgeving) van bomen; meidoorn (heeft doorns, bloeit in mei) is duidelijk, sleedoorn (ook doorns en slee is een oude naam voor pruim). Maar hoe komt de esdoorn dan aan zijn naam ?
Het Latijnse woord Acer betekent spits, scherp en heeft betrekking op de bladvorm. De Latijnse naam van de gewone esdoorn (Acer pseudoplatanus) betekent plataanachtige aak omdat de bladeren op die van de plataan lijken. De toevoeging campestre betekent die van het veld.De uitgang -doorn is afgeleid van het Germaanse ‘teer’, dat zowel boom als hout betekent. Zo is ook het Engelse ‘tree’ van ‘teer’ afgeleid. ‘Es’ is een oud Germaans woord voor ‘speer’ en ook voor ‘scherp’. De esdoorn is dus de boom met speren-hout, uit de tijd dat bomen genoemd werden naar de houttoepassing.
Tom wijst ons nog op de spaanse aak (veldesdoorn of Acer campestre, de enige inlandse esdoorn) met kurklijsten rond de takken, ook zit de boom nog volop in het gele blad. En tussendoor letten we ook nog op diverse vogelgeluiden: gans, boomklever, roodborstje, groene specht en pimpelmees.
Terug bij het Stroomhuis hoor ik wat eigenlijk de bedoeling van vandaag was: met de leercirkel van Kolb aan de gang en voor een bepaalde doelgroep een excursie bedenken. Zo was er een groepje dat voor pubers een paddenstoelenexcursie bedacht met smartphone, waar ze zelf info op kunnen zoeken bijvoorbeeld of de gevonden paddenstoel eetbaar, als medicijn te gebruiken of hallucinerend is.
Hierna volgt een evaluatie van de natuurgidsenopleiding tot nu toe. De opleiding is zeer divers (breed georiënteerd). Er wordt wel een overzicht gemist; meteen geeft Jan een preview op het programma tot juni 2017. We hebben een leuk docententeam, die elkaar goed aanvult en tot slot blijken we ook superleuke cursisten te zijn. Onze opleiding is eigenlijk een pilot (proef of experiment), we kunnen communiceren en elkaar informeren via extranet en het studiemateriaal wordt digitaal aangeleverd. Half december is dit voor ons beschikbaar (400 pagina’s informatie); in de kerstvakantie zullen we ons dus niet vervelen.