5.00 u, een uur voor zonsopgang hebben buurvrouw Ella en ik afgesproken bij het bruggetje. Onder het bruggetje zijn een paar vissen al aan het paaien. Al een paar dagen ben ik niet in de Empelse Waard geweest; niet meer sinds het hoge water van de vele regenval in Limburg vorig weekend. Ella had in die tijd regelmatig de bever gespot.
‘Gewapend’ met kijker en thermoskan kruidenthee gaan we op pad. Het is helder, we zien de maan en nog wat sterren en in het oosten begint de lucht al oranje te kleuren. Zanglijster en merels zingen al volop in de wijk, maar in de Maasuiterwaarden is het nog rustig. Grasmus, tjiftjaf, winterkoning, nijlgans en grauwe ganzen laten zich al snel horen. Vlakbij de beverburcht liggen 2 zwanen nog te slapen, meerkoetjes gaan druk bezig met hun nest en een vos loert op de jonge (wilde) eendjes. Op 2 omgeknaagde bomen houden we theepauze. Aan de overkant grazen en blaten lammetjes en schapen, trekkers rijden al over de dijk en plots zien we weer een vos lopen en een rat. Futen, krakeend in de plas en aan de kant vlakbij de stapstenen zien we een oeverloper.
Ella moet alweer naar huis, maar appt mij even later: BEVER
Die wil ik ook wel zien, ik loop snel stroomopwaarts en zie haar stilstaan en met verrekijker in de Maas turen. Daar zie ik ‘eindelijk’ de bever. Even later loopt de bever rustig uit het water, langzaam over het strand, iedere keer even stilstaan, tot die Ella ziet. Dan keert die rustig om en zwemt de Maas weer op richting stapstenen, daar blijft die rondjes zwemmen. Bij de stapstenen is het tijd voor mijn ontbijt. Ondertussen hoor en zie ik: koekoek, konijntjes, putters, oeverzwaluwen, mantelmeeuw, visdiefjes, houtduiven, grasmus, zwarte kraai, groene specht, gaai en 2 kleine bruine vogeltjes, die snel steeds bij elkaar in de struiken zitten.