Wouw – Reseda luteola (zadenzakje)
30 augustus 2016vochtafdrijvende kruidenthee
1 september 2016Wede – Isatis tinctoria (zadenzakje)
€1.00
Uit deze 2-jarige of vaste plant van de kruisbloemenfamilie
kan een blauwe kleurstof worden gewonnen. Dit wedeblauw werd tot de komst van indigo in de lakenindustrie gebruikt om wol blauw te verven.
De as van de plant, weedas, werd gebruikt om salpeter te maken als bestanddeel van buskruit.
Wede groeit in Nederland vooral langs de oevers van de Waal en de Rijn. De zaden, die blijven drijven, worden met het rivierwater aangevoerd uit Beieren en Zwitserland.
Wede bloeit in het tweede jaar na zaaien in april, mei en juni met kleine gele bloemen.
Zaai de zaden in mei of juni.
Hoogte 100 cm.
In een zadenzakje zitten ongeveer 15 zaden.
Waardplant voor vlinders oranjetipje en koolwitje.
Verfplant
De wedeplanten werden geoogst vlak voor de bloei, in stukken gesneden en vervolgens aan een rottingsproces onderworpen. Het resultaat was een kleiachtige pasta, de pastel. Van deze massa werden balletjes gedraaid, de kokanjes, die gedroogd werden en verhandeld.
De pastelballetjes werden in een ‘wede-kuip’ met zemelen en veel water gedaan. Soms werd er nog een andere kleurstof, meekrap, aan toegevoegd. Na een of twee dagen was het resultaat een geel-groene vloeistof. Textiel werd tien seconden in de vloeistof gedoopt. De kleurstof hechtte zich aan het textiel, dat te drogen werd gehangen. Door inwerking van zuurstof uit de lucht veranderde de kleur in pastelblauw dat niet meer uit het textiel gespoeld kon worden. Door dit proces te herhalen kon de kleur donkerder worden gemaakt. Diep donkerblauw is met wede niet te verkrijgen.
Blauwe maandag
Vroeger werd het weekproces op zaterdagmiddag ingezet. Men liet het geheel vervolgens tot maandagochtend staan en hing het dan op. Daardoor hadden de wevers ‘verplicht’ vrij op maandag als de textiel droogde. Dit zou een verklaring kunnen zijn voor het begrip blauwe maandag, maar er zijn ook andere aannemelijke verklaringen.