Met deze groentes kun je het hele jaar eten uit eigen tuin.
De beste tijd van het jaar om te zaaien is per (groente) soort verschillend. Sommige zaden hebben kou nodig om te kiemen. Andere zaden kiemen beter met warmte en sommige zaden hebben licht nodig om te kiemen. Spinazie bijvoorbeeld kun je heel goed al in januari en februari zaaien. Zaai je later in de lente dan heb je grote kans dat de spinazieplantjes door de warmte gaan bloeien. Je kunt dan natuurlijk wel wachten tot de zaden rijp zijn en de zaden oogsten om opnieuw te zaaien. Je kunt namelijk voor de herfstteelt zeker nog tussen augustus en oktober spinazie zaaien.
De beste zaaitijd voor veel bietjes is tussen april en juli. Als je elke maand een paar bietjes zaait, dan kun je vrij lang oogsten van deze heerlijke rode groente. Er zijn ook bietjes die je goed een tijd kunt bewaren in de winter. Veel (wilde) groente kun je nog een keer aan het einde van de zomer zaaien. Oogsten kun je dan zeker tot de vorst.
In bijna alle maanden van het jaar kun je dus wel groentezaadjes zaaien in je tuin of in potten. Als je een serre hebt kun je de meeste groentezaden ook wel een maand eerder zaaien voor een vroege oogst.
Wist je trouwens dat spinazie en bietjes tot dezelfde plantenfamilie horen, namelijk de amarantfamilie of Amaranthaceae ?
In deze grote plantenfamilie vind je nog meer eetbare planten, zoals melde en zeekraal. Van al deze eetbare planten kun je in ieder geval het jonge blad eten, bijvoorbeeld in een salade of koken als spinazie.
Babyleafs
Al deze soorten kun je ook kweken als babyleafs of babyblaadjes. Als je vrij dicht op elkaar zaait, zullen de blaadjes meer opgericht gaan groeien en er ontstaan smallere blaadjes. Babyleafs houden niet van veel warmte, deze groentes kun je dus het beste in de halfschaduw zaaien. De blaadjes oogst je jong, waardoor ze heel zacht en mals zijn. Vaak is het blad ook lichter van kleur. Babyleafs kun je zaaien in de volle grond, in balkonbakken of in terraspotten.
Wil je deze eetbare planten in je eigen tuin opkweken ?
Van de volgende eetbare planten uit de amarantfamilie kun je zadenzakjes bestellen in Tuinjoop’s webwinkel.
Amarant (golden en red giant), biet (chioggia, gele, Egyptische platronde, red crapaudine, rode kogel 2, ronjana, snijbiet en zeebietjes), melde (aardbei-, brave hendrik, broccoli-, magenta-, melganzevoet, quinoa, tuin- en zoutmelde), spinazie (wilde-, winterreuzen-, Turkse-en klimspinazie) en zeekraal (Italiaanse, Japanse en Europese).
Aardbeispinazie of aardbeimelde – Chenopodium capitatum – komt oorspronkelijk uit het Middellaandse zeegebied en heeft rode schijnvruchten, die op aardbeitjes lijken. Zaai tussen maart en juli. De blaadjes smaken een beetje naar hazelnoot en de vruchtjes licht bietachtig. Amarant red giant – Amanranthus – is een 1-jarige plant, oorspronkelijk uit Zuid-Amerika. In de herfst staat deze roodbloeiende langbloeiende amarant nog zeker prachtig in je tuin. Het jonge blad kun je gebruiken als sla en iets ouder blad kun je stoven als spinazie. Het kaf van het zaad van amarant red giant is een kleurstof en kleurt stof of wol donkerrood tot paars. Zaai tussen april en juni op een zonnige of halfschaduwplek. Amarant red giant – Amanranthus – kun je ook als snijbloem gebruiken, deze zeer decoratief goudgele pluimen bijven zeker wel 5 dagen goed in een vaas. Amarant bloeit van juli tot ver in de herfst en kan wel 2 m hoog worden. Ook het zaad van amarant kun je eten en bereiden als graan.Bietje chioggia – Beta vulgaris – De rode biet ‘Chioggia’ komt uit het Italiaanse plaatsje Chioggia en heeft grote kroten met een goede opbrengst. ‘Chioggia’ heeft een zachte zoete smaak en het vruchtvlees bevat mooie rood-witte ringen. Zaai tussen april en juli.Bietje geel (Burpees golden) – Beta vulgaris – is een aparte, kleurige bietensoort. De bietjes hebben mooi geel vruchtvlees en een heerlijke zoete, aardse smaak. De kleur verandert niet met het koken van de bietjes. Deze bietjes bloeden niet zoals rode bietjes en veroorzaken geen vlekken op handen en kleding. Je kunt ze in bijna elke grondsoort telen; een heerlijke zomerbietensoort.Bietje Egyptische platronde of kroot – Beta vulgaris – kun je koken, in de oven klaarmaken, rauw bereiden, bakken, stomen, stoven, inmaken in zuur en gebruiken in soepen en stamppotten. Bietjes zijn heerlijk in combinatie met: appel en aardappelen in een slaatje.Bietje red crapaudine – Beta vulgaris – is een van de oudst rode bietenrassen. Zijn lange wortels lijken op die van sommige versies van de strandbiet, de stamvader van de rode bieten.Bietje rode kogel 2 – Beta vulgaris – Plant naast een rijtje bietjes een ander rijtje groente of kruiden. Goede buren van bietjes zijn: dille, karwij, knoflook, komkommer, koolrabi, koolsoorten, koriander en uien. Slechte buren zijn: aardappels, mais en stokbonen. Bietjes bevatten veel vitamine B en C en mineralen, vezels en weinig caloriën. Zaai tussen april en juni, plantafstand: 30 cmBietje ronjana – Beta vulgaris – heeft eigenlijk geen zaden, maar vruchtjes. Ze worden ook wel vruchtkluwen genoemd (en dat geldt dus ook voor snijbiet). Elke vruchtkluwen bestaat uit een kurkachtig grof bolletje dat meestal 2 tot 4 zaden bevat. Bietjes kun je rauw of gekookt eten, ook het blad is eetbaar !Brave hendrik – Chenopodium bonus-henricus – is een vaste plant, een zeer oude groente, die groeit op bewerkte, vochtige, zeer stikstofrijke grond rondom boerderijen en mesthopen. De plant kan 15 tot 60 cm hoog worden en bloeit van mei tot augustus. Van deze medicinale plant worden de zaden ook gebruikt als kippenvoer.Broccolimelde – Chenopodium berlandieri – is een gewas, die al eeuwenlang in cultuur is, vooral bij oude volkeren van Amerika. Het is een goed zomeralternatief voor spinazie, hoe warmer hoe beter die groeit. Je kunt deze groente het beste even kort roerbakken. De onrijpe, groene bloemknoppen kun je als broccoli eten, roerbakken of frituren met beslag. Zaai tussen maart en mei buiten. Binnen kun je het hele jaar door zaaien in potten. Japanse zeekraal of Okahijki – Salsola komarovii – is een eenjarige plant en wordt in Japan gebruikt als smaakmaker in salades. In het wild zie je ze vooral in zilte moerassen, maar ze groeien ook goed op zoet water. Zaai tussen april en juni in potten of in de volle grond. Klimspinazie – Basella alba – heeft dikke bladstelen en waterig dik blad en is vooral bekend in de Surinaamse en Aziatische keuken. Heb je weinig plek in je tuin, dan kun je vooral de hoogte benutten. Kweek klimspinazie op een beschutte, warme plek in pot, volle grond of serre langs een klimrekje. Zaai tussen maart en april voor op een warme plek en plant later uit.Klimspinazie – Basella rubra – is een 1- jarige klimplant en eigenlijk geen echte spinazie, maar lijkt meer op de haagwinde en kan wel 5 m hoog worden. De plant gedijt goed in vochtige, warme zomers of in een kas; komt oorspronkelijk uit Zuidoost Azië. Basella rubra heeft rode stengels en roodachtige bladeren.Magenta melde of boomspinazie – Chenopodium giganteum – houdt van zon, maar doet het ook op schaduwplekken (heeft dan minder magenta toppen). De plant kan goed tegen droogte en arme grond. De jonge blaadjes met magenta kleurig poeder erop staan leuk in een salade en kunnen boter roze kleuren. Melganzevoet of melde – Chenopodium album – kan 15 tot 150 cm hoog worden. De zaden werden in de prehistorie al gebruikt als voedsel. De zaden bevatten olie, waardoor men na het vermalen geen bloem overhoudt, maar een dikke pasta. De gegroefde stengel is vaak roodachtig en kan op latere leeftijd enigszins verhouten. De bladeren staan verspreid langs de stengel. Melganzenvoet is heldergroen, maar de blaadjes maken vooral aan de onderkant door witachtige kristallen een meelachtig indruk. Monniksbaard of Italiaanse zeekraal –Salsola soda – is een 1- jarige kustplant met zoutig eetbaar blad. Zaai vanaf maart. Monniksbaard kan 30 tot 70 cm hoog worden.Quinoa of gierstmelde – Chenopodium quinoa – wordt al 6000 jaar gebruikt als voedsel in Zuid-Amerika. Het is een goede vervanger voor graanproducten. Ook het jonge blad kun je eten. Zaai quinoa tussen maart en juli.Snijbiet of warmoes – Beta vulgaris var. Cicla – is een bladgewas, je eet de bladeren en de dikke bladstelen. Zaai in maart of april in de volle grond. Ook kun je voor een late herfstoogst nog zaaien in juli en augustus.Spinazie winterreuzen – Spinacia oleracea – is een klassieke winterteelt ras en geeft groot, donkergroen blad, die goed bestand is tegen vorst. In de zomer gaat deze snel schieten. Als je in de late zomer en herfst (augustus t/m oktober) zaait, kan de spinazie overwinteren. Oogsten kan dan van oktober t/m januari. Tuinmelde of rode spinazie – Atriplex hortensis – is een 1 tot 2 m hoge plant, die op bijna alle grondsoorten groeit. Zaai tussen maart en mei. Oogst de rode blaadjes als de plant 20 cm hoog is in juli en augustus.Turkse spinazie – Spinacia oleracea –is zeer geschikt om te wokken. Deze smakelijke groente kun je goed combineren met pannenkoekjes of Turkse pasta. Zaai vanaf half april tot eind juli in de vollegrond, breedwerpig of in regels. Snijd deze spinazie niet te jong, maar laat ze uitgroeien tot flinke planten. De plantafstand is ongeveer 25 cm. Wilde spinazie (Merlo Nero) – Spinacea oleracea – is een grove, stugge variant van spinazie. Het blad oogst je pas als de plant helemaal volgroeid is. In de zomer kweek je deze spinazie het beste op een schaduwrijke plaats.Zeebiet of wilde bietjes– Beta vulgaris subsp. Maritima – is een vaste plant en voorouder”” van de suiker-, voeder- en snijbiet. De plant komt voor aan de voet van duinen en zeedijken. De plant kan 30 tot 80 cm hoog worden en bloeit van juni tot september. Zeebiet groeit in het wild op zoute en brakke grond. Je kunt ze in een pot kweken en om de paar weken wat zout water geven.Zeekraal – Salicornia europaea – kun je goed zelf telen bijvoorbeeld in potten of een apart plekje in je tuin, waar je af en toe zout water kunt geven. In het wild vind je deze eenjarige plant langs de kust van Zeeland tot de Waddeneilanden. Zaaien kun je het hele jaar binnen in een bakje en buiten tussen maart en juni. Zoutmelde – Atriplex portulacoides – kan groeien op een zoute grond. Van nature groeit deze vaste plant langs de kusten, op kwelders van Eurazië en in delen van Afrika. Zoutmelde neemt zout water op en scheidt het zout uit via de haartjes op het blad. Deze blaadjes smaken naar postelein. De sterk vertakte plant kan 50 tot 150 cm hoog worden. Zoutmelde bloeit van juli tot oktober met groengele bloemen die in kluwen staan.
De volgende 2 eetbare spinazie soorten horen niet tot de Amarantfamilie, maar kun je wel eten als spinazie.
Nieuwzeelandse spinazie – Tetragonia tetragnoioides – is een eenjarige eetbare plant uit de ijskruidfamilie. Aan het einde van de 18e eeuw is deze plant naar Europa gebracht. De groente wordt geteeld in de natuurlijk voorkomende vorm en heeft daardoor weinig last van ziekten. Voorzaaien kun je in april en uitplanten in mei met een plantafstand van 50 cm. Ze worden 30 cm hoog.Navajo spinazie – Cleome serrulata – is een 1-jarige geurige plant, die oorspronkelijk uit Noord Amerika komt. Het blad kun je rauw eten, koken en (roer)bakken. Ook de jonge scheuten, de bloemen en het zaad zijn eetbaar. Als sierplant kun je Navajo spinazie ook gebruiken in de bloementuin. De grote trossen wijnrood tot lilaroze bloemen lijken op kattensnor. Er komen veel bijen en vlinders op de bloemen af, die bloeien van juni tot eind september. De plant kan 30 tot 150 cm hoog woden, dit is afhankelijk van de grondsoort. Zaai tussen februari en mei