haal meer uit je moestuin
15 april 2017Ontbijttuinieren
14 juni 2017Midden in de Betuwe tussen Est en Ophemert ligt natuurgebied de Steendert; een rest stuk land overgebleven na de laatste ruilverkaveling. Het is 100 ha groot met hooiland, biologische akkers, een bosperceel, 2 grote waterplassen, een watergang met natuurvriendelijk oever en houtwallen. Rondom het gebied, beheerd door Staatsbosbeheer, is een wandel en/of fietspad en daaromheen zijn akkers, weilanden en boomgaarden. Het is een afwisselend gebied met een variatie aan planten, vogels en insecten. Middenin staat een poldermolen, die het water in de 2 plassen op peil moet houden. Tot 2009 stond deze molen aan de Lingedijk in Wadenoijen. Na ruim 100 jaar moest de molen plaats maken voor de Betuwelijn.
Zaterdag 22 april is het weer gidsenopleiding excursiemorgen. Om 9 uur hebben we afgesproken op de parkeerplaats bij een fruitboer, waar weinig parkeerplek is. Ik besluit om aan de andere kant van het natuurgebied te parkeren in Est en verder te lopen over het Wadenoijense molenpad, om zo dit voor mij nog onbekende natuurgebied te verkennen. Een prima besluit, het is prachtig weer en ik hoor meteen al winterkoninkjes en koolmeesjes fluiten. Verderop putters, een broedende meerkoet, ik hoor grutto’s, kieviten, scholekster, fazant en grauwe ganzen. Over een bruggetje in de sloot vliegen wilde eenden en kuifeenden verschrikt op. Een blauwe reiger vliegt over en in het riet een klein vogeltje, met de kijker zie ik dat het een blauwborst is. Een vogeltje die ik vandaag voor het eerst zie ! Verderop langs en in de plas hoor of zie ik: krakeend, kleine karekiet, rietgors, fuut en tjiftjaf. Verder hoor ik nog een zwarte kraai, zanglijster, fitis en vink.
Op de parkeerplaats zijn al wat mede natuurgidsen in opleiding. Ik vertel enthousiast over mijn waarnemingen van de afgelopen week in mijn gebiedje: oeverzwaluwen, 2 bevers en sprinkhaanzangers.
Als iedereen is gearriveerd geeft Saskia een korte uitleg over ‘t gebied. We gaan vandaag vooral naar vogels en planten kijken. Vooral ook naar de plantenfamilies, die dinsdagavond behandeld zijn. In een veld vol pinksterbloemen gaan we spontaan op zoek naar eitjes van het oranjetipje. We vinden wel andere eitjes. Ton wijst ons op het zuringhaantje, er zitten allemaal gaatjes in het zuringblad en aan de onderkant van het blad vinden we gele eitjes op een hoopje.
We leren weer veel, vooral van elkaar en een beetje uit boekjes. Veel planten, nog weinig in bloei, zien we; o.a. zwarte en gewone zegge, glad walstro, moerasspirea, speerdistel, veel reuzenberenklauw, bijvoet, klein hoefblad en diverse soorten wilgen (o.a. geoorde wilg). Pinksterbloem, look zonder look en raapzaad zijn wel volop in bloei.
In de plas zoek ik tussen de meerkoeten en kuifeenden naar zomertaling en slobeend maar wordt afgeleid door de snel overvliegende boeren- en huiszwaluwen. Vlakbij de molen zien we nog een groepje gele kwikstaarten en een biddende torenvalk. We horen kleine karekiet en blauwborst in het riet, maar zien ze niet.
Op de terugweg naar de auto is het weer heerlijk rustig zie ik de koeien in de wei en verderop nog een paar graspiepers.